Mag je de werknemers van je onderaannemers instructies geven en hoe ver kan je hierin gaan?
Dit is in de praktijk vaak een heikelpunt, dat geregeld discussies met zich meebrengt. Zeker wanneer er geen ploegbaas aanwezig is vanwege je onderaannemer. De basisregel hierin is eenvoudig, doe het niet. Het kan je immers zuur opbreken wanneer er iets misgaat.

Wanneer je een overeenkomst afsluit met een onderaannemer, ook wanneer dit een buitenlands bedrijf betreft, dan is je onderaannemer de werkgever van de arbeiders op de werf. Hij is dan ook verantwoordelijk voor de taakverdeling tussen de werknemers, de technische instructies, de melding van afwezigheden, de controle van de kwaliteit van het werk, enz…

Wanneer je als hoofdaannemer bepaalde zaken echter voor je rekening neemt, dan kan de rechtbank in geval van discussie oordelen dat dit gezien dient te worden als een verboden terbeschikkingstelling. Dit betekent dat deze werknemers de facto een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd met jou hebben, met alle gevolgen van dien. Je zal in zulke gevallen verantwoordelijk gesteld kunnen worden voor onder andere de Dimona-aangiftes. Daarnaast riskeer je ook nog eens om mee aansprakelijk gesteld te worden voor de betaling van de sociale bijdragen, lonen, enz…

 

Enkele uitzonderingen
Een uitzondering hierop zijn instructies die kaderen binnen de welzijnsreglementering en op vlak van veiligheid. Deze instructies mag je wel aan iedereen geven die op de werf aanwezig zijn, dus ook aan de personen die via onderaanneming op de werf aanwezig zijn.

Problemen en discussies vermijd je door steeds te werken met een goed opgesteld aannemingscontract. De wet bepaalt immers dat je enkel de instructies mag geven aan personeel van een onderaannemer, die uitdrukkelijk in het aannemingscontract vermeld staan. Indien het geven van bepaalde instructies nodig is voor een goed verloop van de werken op een werf, zorg er dan voor dat dit zo in het contract staat.

Pas deze afspraken ook effectief toe. De sociale inspectie zal immers ook optreden wanneer blijkt dat het er in de praktijk anders aan toegaat en je het werkgeversgezag over de werknemers uitoefent. Wanneer er meerdere werknemers van jouw onderaannemer aanwezig zijn op de werf, dient er steeds een ploegbaas vanwege jouw onderaannemer aanwezig te zijn.

 

Better safe than sorry
We kunnen concluderen dat wanneer je in zee gaat met een onderaannemer, je er best voor zorgt dat zijn werknemers niet enkel onder jouw gezag, toezicht en leiding werken. Wanneer er nood is aan bepaalde instructies (buiten deze gerelateerd aan veiligheid), dan moeten deze best opgenomen zijn in een aannemingscontract met je onderaannemer.

Zoals wel vaker het geval is, ook hier ben je in de praktijk “better safe than sorry”.

Ondernemer

Mag je de werknemers van je onderaannemers instructies geven en hoe ver kan je hierin gaan?

Dit is in de praktijk vaak een heikelpunt, dat geregeld discussies met zich meebrengt. Zeker wanneer er geen ploegbaas aanwezig is vanwege je onderaannemer. De basisregel hierin is eenvoudig, doe het niet. Het kan je immers zuur opbreken wanneer er iets misgaat.

Wanneer je een overeenkomst afsluit met een onderaannemer, ook wanneer dit een buitenlands bedrijf betreft, dan is je onderaannemer de werkgever van de arbeiders op de werf. Hij is dan ook verantwoordelijk voor de taakverdeling tussen de werknemers, de technische instructies, de melding van afwezigheden, de controle van de kwaliteit van het werk, enz…

Wanneer je als hoofdaannemer bepaalde zaken echter voor je rekening neemt, dan kan de rechtbank in geval van discussie oordelen dat dit gezien dient te worden als een verboden terbeschikkingstelling. Dit betekent dat deze werknemers de facto een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd met jou hebben, met alle gevolgen van dien. Je zal in zulke gevallen verantwoordelijk gesteld kunnen worden voor onder andere de Dimona-aangiftes. Daarnaast riskeer je ook nog eens om mee aansprakelijk gesteld te worden voor de betaling van de sociale bijdragen, lonen, enz…

 

Enkele uitzonderingen
Een uitzondering hierop zijn instructies die kaderen binnen de welzijnsreglementering en op vlak van veiligheid. Deze instructies mag je wel aan iedereen geven die op de werf aanwezig zijn, dus ook aan de personen die via onderaanneming op de werf aanwezig zijn.

Problemen en discussies vermijd je door steeds te werken met een goed opgesteld aannemingscontract. De wet bepaalt immers dat je enkel de instructies mag geven aan personeel van een onderaannemer, die uitdrukkelijk in het aannemingscontract vermeld staan. Indien het geven van bepaalde instructies nodig is voor een goed verloop van de werken op een werf, zorg er dan voor dat dit zo in het contract staat.

Pas deze afspraken ook effectief toe. De sociale inspectie zal immers ook optreden wanneer blijkt dat het er in de praktijk anders aan toegaat en je het werkgeversgezag over de werknemers uitoefent. Wanneer er meerdere werknemers van jouw onderaannemer aanwezig zijn op de werf, dient er steeds een ploegbaas vanwege jouw onderaannemer aanwezig te zijn.

 

Better safe than sorry
We kunnen concluderen dat wanneer je in zee gaat met een onderaannemer, je er best voor zorgt dat zijn werknemers niet enkel onder jouw gezag, toezicht en leiding werken. Wanneer er nood is aan bepaalde instructies (buiten deze gerelateerd aan veiligheid), dan moeten deze best opgenomen zijn in een aannemingscontract met je onderaannemer.

Zoals wel vaker het geval is, ook hier ben je in de praktijk “better safe than sorry”.